Kernboodschappen

  • De Hoge Gezondheidsraad (HGR) beveelt vaccinatie tegen RSV aan bij volgende oudere volwassenen: personen ≥ 60 jaar met risicofactoren voor ernstige RSV-ziekte, patiënten met immuundeficiëntie, bewoners van woonzorgcentra, alle personen ≥ 75 jaar (zeker de kwetsbare 75-plussers).

  • Één dosis van het RSV-vaccin geeft gedurende minstens 2 of 3 RSV​-seizoenen (dus over een periode van minstens 2 of 3 jaar) gedeeltelijke bescherming tegen (ernstige) RSV-ziekte, ook bij personen met onderliggende aandoeningen en personen van 70-79 jaar. Een herhalingsinenting elk jaar wordt daarom op dit ogenblik niet aanbevolen.

  • Een observationele studie over 1 RSV-seizoen toont bescherming van 73 à 80% tegen RSV-gerelateerde hospitalisatie, kritieke ziekte (gedefinieerd als opname op intensieve zorgen-afdeling en/of overlijden in het ziekenhuis) en opname op een spoedafdeling.

  • Guillain-Barré syndroom blijft een op te volgen signaal. Een aantal studies suggereren een kleine toename van het risico bij volwassenen ≥ 60 jaar.

  • De vaccins tegen RSV (Abrysvo®, Arexvy®) zijn duur en worden in België niet terugbetaald bij oudere volwassenen (situatie op 26/06/2025).

Dit artikel bespreekt achtereenvolgens:

Twee vaccins zijn in België beschikbaar voor de vaccinatie van oudere volwassenen:

  • Abrysvo®, vergund voor gebruik bij personen van 18 jaar en ouder ter preventie van ondersteluchtwegaandoeningen veroorzaakt door RSV (situatie op 26/06/2025) [Nota: Abrysvo® is ook vergund voor vaccinatie van de moeder tijdens de zwangerschap ter bescherming van de zuigeling, maar dit valt buiten het kader van dit artikel.], en

  • Arexvy®: vergund voor gebruik bij volwassenen ≥ 60 jaar en bij volwassenen van 50 tot 59 jaar met verhoogd risico op RSV-ziekte (situatie op 26/06/2025)
     

Wat beveelt de HGR nu aan bij oudere volwassenen?

De Hoge Gezondheidsraad beveelt RSV-vaccinatie aan bij volgende oudere volwassenen (Advies van december 2024)1:

  • personen ≥ 60 jaar met minstens 1 risicofactor voor ernstige RSV-ziekte. Risicofactoren zijn onder andere chronische longaandoeningen, chronisch hartfalen, immuundeficiëntie (zie “+ meer info” voor de volledige lijst).

    Risicofactoren voor ernstige RSV-ziekte, zoals gedefinieerd in het Advies van de HGR:

    • immuundeficiëntie (solide kanker of hematologische maligniteiten, gebruik van immunosuppressieve geneesmiddelen, solide orgaantransplantatie, allogene celtransplantatie);
    • chronische nierziekte;
    • ernstige obesitas (BMI ≥ 40);
    • chronische luchtwegaandoeningen (COPD, astma, bronchiëctasieën, interstitiële longziekten, chronisch ademhalingsfalen);
    • roken;
    • chronisch hartfalen, coronair lijden;
    • diabetes;
    • CVA.
  • patiënten met immuundeficiëntie (zie hoger in “+ meer info”)

  • bewoners van woonzorgcentra,

  • alle personen ≥ 75 jaar, zeker wanneer ze een van bovenvermelde risicofactoren hebben of kwetsbaar (frail/pre-frail) zijn.

Voordien raadde de HGR aan om te vaccineren “op individuele basis”.
Argumenten voor de versterkte aanbeveling: de RSV-gerelateerde morbiditeit en mortaliteit bij risicopersonen, het gebrek aan een doeltreffende antivirale behandeling, en de recente gegevens over bescherming van de vaccinatie tegen RSV-gerelateerde hospitalisatie, ook bij personen met onderliggende aandoeningen (zie verder).
De HGR stelt ook dat:

  • één dosis van het vaccin gedurende minstens 2 RSV-seizoenen bescherming biedt tegen RSV-ziekte (zie verder). Een herhalingsinenting wordt daarom op dit ogenblik niet aanbevolen. Het vaccinatieschema bestaat uit 1 injectie, intramusculair (bij voorkeur in de musculus deltoideus);

  • september en oktober de voorkeursmaanden zijn voor vaccinatie, rekening houdende met de seizoensgebondenheid van RSV. Maar vaccinatie kan het hele jaar door gebeuren.

Over de beschermingsduur van 1 dosis over meerdere RSV-seizoenen

In de Folia van augustus 2023 en januari 2024 bespraken we de werkzaamheid tegen RSV-ziekte van 1 dosis van het vaccin over 1 RSV-seizoen in fase-3 gerandomiseerde studies bij volwassenen ≥ 60 jaar. Deze studies lopen over meerdere RSV-seizoenen. Ondertussen zijn er gegevens uit deze studies over bescherming van 1 dosis over 2 RSV-seizoenen voor Abrysvo® en over 3 seizoenen voor Arexvy®.

1. Abrysvo®

  • De HGR vermeldt volgende gegevens, met verwijzing naar clinicaltrials.gov. De bescherming na seizoen 2 (follow-up van 16,4 maanden)

    • bedroeg 55,7% [95%-BI van 34,7 tot 70,4] tegen RSV-gerelateerde lage-luchtweg-aandoening met minstens 2 tekenen of symptomen. Ter vergelijking: in Folia januari 2024 vermeldden we na seizoen 1 een bescherming van 66,7% en een NNV van 598.

    • bedroeg 77,8% [95%-BI van 51,4 tot 91,1] tegen RSV-gerelateerde lage-luchtweg-aandoening met minstens 3 tekenen of symptomen (dus wijzend op een ernstiger vorm). Ter vergelijking: in Folia januari 2024 vermeldden we na seizoen 1 een bescherming van 85,7% en een NNV van 1 086.

De resultaten zijn voor zover we konden nagaan niet gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift. We vonden ze enkel terug in een persbericht van Pfizer. We beschikken niet over de nodige gegevens om een absolute risicoreductie of NNV te berekenen (situatie 26/06/2025).

2. Arexvy®

  • Een follow-studie gepubliceerd in Clin. Infect. Dis.2 toont met 1 dosis een bescherming over 2 RSV-seizoenen van 67% tegen RSV-gerelateerde lage-luchtwegaandoeningen* en van 79% tegen “ernstige” RSV-gerelateerde lage-luchtweg-aandoeningen**. De berekende Numbers Needed to Vaccinate (NNV) bedroegen 115 respectievelijk 305.

  • Update 06/2025: Een tweede follow-up studie gepubliceerd in Lancet Respir. Med.7 toont met 1 dosis een bescherming over 3 RSV-seizoenen van 62,9% tegen RSV-gerelateerde lage-luchtwegaandoeningen* en van 67,4% tegen “ernstige” RSV-gerelateerde lage-luchtwegaandoeningen**.

Ter vergelijking: in Folia augustus 2023 vermeldden we na seizoen 1 een bescherming van 82,6% (NNV van 378) tegen RSV-gerelateerde lage-luchtweg-aandoeningen* en van 94,1% tegen “ernstige” RSV-gerelateerde lage-luchtweg-aandoeningen**.

– De bescherming tegen RSV-gerelateerde lage-luchtwegaandoeningen over 2 RSV-seizoenen bedroeg 67% bij personen met onderliggende aandoeningen, 65% bij personen van 60-69 jaar en 75% bij personen van 70-79 jaar, en 73% bij “pre-frail” personen.
Update 06/2025: De bescherming tegen RSV-gerelateerde lage-luchtwegaandoeningen over 3 RSV-seizoenen bedroeg 65% bij personen met onderliggende aandoeningen, 60% bij personen van 60-69 jaar en 71% bij personen van 70-79 jaar, en 70% bij “pre-frail” personen.
– Bij 80-plussers was er geen statistisch significante bescherming (maar hun aantal was lager dan de aantallen in de andere leeftijdsklassen).

 

Real-world-studie over bescherming tegen RSV-gerelateerde hospitalisatie

De gerandomiseerde fase-3 studies bij volwassenen ≥ 60 jaar lieten geen uitspraak toe over het effect van RSV-vaccinatie op het eindpunt “hospitalisatie”. Een real-world-studie van de Amerikaanse CDC onderzocht dit eindpunt.3-4

  • Methode: test-negative case-control studie bij personen ≥ 60 jaar met RSV-achtige ziekte. Gebruik van elektronische gezondheidsgegevens. Periode oktober 2023 – maart 2024, dus over 1 RSV-seizoen.

    De “cases” waren personen met RSV-achtige ziekte die positief testten voor het RSV-virus. De “controles” waren personen met RSV-achtige ziekte die negatief testten voor het RSV-virus. In beide groepen werd de vaccinatiestatus nagekeken. De odds-ratio werd berekend, en gecontroleerd voor onder andere leeftijd, een aantal onderliggende respiratoire en niet-respiratoire aandoeningen, en sociale status.
  • Vaccins: 1 dosis Abrysvo® of 1 dosis Arexvy®.

  • Eindpunten: RSV-gerelateerde hospitalisatie en kritieke ziekte (gedefinieerd als opname op intensieve zorgen-afdeling en/of overlijden in het ziekenhuis) en RSV-gerelateerde opname op een spoedafdeling (berekend vanaf 14 dagen na de vaccinatie).

    • Voor het eindpunt hospitalisatie: analyse van ongeveer 28.000 immuuncompetente patiënten (6% testte positief voor RSV) en van ongeveer 8.400 gehospitaliseerde patiënten met immuundepressie (4% testte positief voor RSV).
    • Voor het eindpunt kritieke ziekte: analyse van ongeveer 27 000 immuuncompetente patiënten (7,4% testte positief voor RSV).
    • Voor het eindpunt opname op een spoedafdeling: analyse van ongeveer 36 000 immuuncompetente patiënten (ongeveer 1% testte positief voor RSV).

Belangrijkste resultaten

  • De bescherming tegen RSV-gerelateerde hospitalisatie bedroeg:

    • 80% (95%-BI van 71 tot 85) bij immuuncompetente personen

    • 73% (95%-BI van 48 tot 85) bij personen met immuundepressie.

  • De bescherming tegen RSV-gerelateerde kritieke ziekte bedroeg 81% (95%-BI van 52 tot 92) bij immuuncompetente personen.

  • De bescherming tegen RSV-gerelateerde opname op een spoedafdeling bedroeg 77% (95%-BI van 70 tot 83) bij immuuncompetente personen.

  • De bescherming leek niet te verschillen in functie van leeftijdsgroep (60-74 jaar of ≥ 75 jaar) of gebruikte vaccin.

  • De bescherming leek te dalen over de tijd: van 90% in de periode 14 tot 59 dagen na vaccinatie naar 73% in de periode ≥60 dagen na vaccinatie. De overlappende betrouwbaarheidsintervallen en de afwezigheid van een statistische toets laten echter geen definitieve conclusies toe.

Enkele commentaren van het BCFI

  • De follow-up-studies en de real-life-studie geven nuttige aanvullingen bij de eerste publicaties van de gerandomiseerde studies bij volwassenen ≥ 60 jaar:

    • Één dosis van het RSV-vaccin geeft over minstens 2 of 3 RSV-seizoenen (dus over een periode van minstens 2 of 3 jaar) gedeeltelijke bescherming tegen (ernstige) RSV-ziekte, ook bij personen met onderliggende aandoeningen en personen van 70-79 jaar. Gegevens over 3 seizoenen zijn voorlopig enkel beschikbaar voor Arexvy®. Hopelijk worden de follow-upgegevens over 2 jaar met Abrysvo® snel gepubliceerd in een peer-reviewed tijdschrift en volgen er snel gegevens over 3 seizoenen. Een persbericht is onvoldoende voor een goede beoordeling.

    • Één dosis geeft bescherming tegen RSV-gerelateerde hospitalisatie, kritieke ziekte en opname op spoedafdeling (bescherming van 77 à 81% over 1 RSV-seizoen). Bij patiënten met immuundepressie was er 73% bescherming tegen hospitalisatie. Het ging om een observationeel onderzoek met de bekende beperkingen van bias en confounding factors.4,5 De vaccinatiegraad in de onderzoeksgroepen bedroeg globaals slechts 9% waardoor bescherming moeilijk te beoordelen was in belangrijke subgroepen (bv. de oudsten, specifieke groepen met immuundepressie).4,5

    • Bijkomende real-life gegevens zullen de beschermingsduur en het aantal vermeden RSV-gerelateerde hospitalisaties en overlijdens nog verder moeten definiëren.3-5

  • De Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) besliste om in de SKP’s van Arexvy® en Abrysvo® te vermelden dat “een post-marketing studie een verhoogd risico van Guillain-Barré syndroom (GBS) suggereert in de 42 dagen na vaccinatie” (FDA, 7/1/2025). De studie toonde bij personen ≥ 65 jaar, 9 extra gevallen van GBS per miljoen doses Abrysvo®, en 7 extra gevallen per miljoen doses Arexvy®. Ook Amerikaanse spontane-farmacovigilantiegegevens suggereren een kleine toename van het risico bij personen ≥ 60 jaar. Een oorzakelijk verband is op dit ogenblik niet bewezen. De gezondheidsinstanties volgen het risico verder op.

    • Een analyse van Amerikaanse spontane-farmacovigilantiegegevens (mei 2023-april 2024) toont dat de incidentie van Guillain-Barré-syndroom na RSV-vaccinatie bij personen ≥ 60 jaar hoger is dan de verwachte achtergrondincidentie in een gevaccineerde populatie (MMWR, 30 mei 2024). Al blijft de incidentie laag (4,4 en 1,8 rapporten per miljoen doses van Abrysvo® resp. Arexvy®).
    • In de gerandomiseerde fase 3-studies met Arexvy® en Abrysvo® bij volwassenen ≥ 60 jaar werd voor elk vaccin 1 geval van Guillain-Barré syndroom (en voor Abrysvo ook 1 geval van Miller-Fisher-syndroom, een zeldzame variant van het Guillain-Barré-syndroom) causaal gelinkt aan de vaccinatie.
  • Update 06/2025: Een recente Amerikaanse retrospectieve studie suggereert een verhoogd risico op Guillain-Barré syndroom bij personen van 60 jaar of ouder in de eerste zes weken na vaccinatie met Abrysvo®, dit werd niet teruggevonden voor Arexvy®6.

    • In deze studie werden gegevens van meer dan 270 miljoen Amerikaanse inwoners geanalyseerd. In de periode van 1/7/2023 tot 30/6/2024 kregen 4 746 518 patiënten van 60 jaar of ouder een dosis van Abrysvo® of Arexvy® toegediend. De incidentie van Guillain-Barré syndroom binnen zes weken na vaccinatie werd vergeleken met de incidentie tijdens de controleperiode (43 tot 90 dagen na vaccinatie)

    • Voor Abrysvo® werd een significant verhoogd risico teruggevonden met 18,2 extra gevallen per miljoen toegediende doses (95% BI 9,8 tot 23,3) ten opzichte van het verwachte aantal gevallen (controleperiode). Voor Arexvy® werden 5,2 extra gevallen per miljoen toegediende doses teruggevonden (95% BI – 0,9 tot 9,2), dit extra risico was statistisch niet significant.

    • De incidentie blijft uiteraard laag. Bijkomende real-life gegevens zijn nodig om dit risico verder in te schatten.

  • De HGR geeft een advies op basis van wetenschappelijke gegevens. De HGR geeft geen kosten-baten beoordeling. Feit is dat de vaccins tegen RSV niet worden terugbetaald bij oudere volwassenen (situatie op 26/06/2025). De vaccins zijn duur: de kostprijs voor 1 dosis bedraagt 186,26 euro (Abrysvo®) of 206,30 euro (Arexvy®). [Nota: Abrysvo® wordt sinds 01/01/2025 terugbetaald voor de vaccinatie van zwangere vrouwen ter bescherming van de zuigeling; zie Repertorium 12.1.1.18. voor meer informatie over vaccinatie van zwangere vrouwen ter bescherming van de zuigeling]

Specialiteitsnamen:

  • Vaccin tegen RSV: Arexvy®, Abrysvo® (zie Repertorium)

Bronnen

Hoge Gezondheidsraad (HGR). Vaccinatie tegen RSV (volwassenen) – herziening 2024. Klik hier.
Ison MG, Papi A, Athan E et al. Efficacy and Safety of Respiratory Syncytial Virus (RSV) Prefusion F Protein Vaccine (RSVPreF3 OA) in Older Adults Over 2 RSV Seasons. Clin Infect Dis 2024;78(6):1732-1744 (doi: 10.1093/cid/ciae010).
Payne AB, Watts JA, Mitchell PK et al. Respiratory syncytial virus (RSV) vaccine effectiveness against RSV-associated hospitalisations and emergency department encounters among adults aged 60 years and older in the USA, October, 2023, to March, 2024: a test-negative design analysis. Lancet 2024;404:1547-59 (doi: 10.1016/S0140-6736(24)01738-0)
4 Branche A.R. Comment. Real-world effectiveness studies of the benefit of RSV vaccines. Lancet 2024;404:1498-1500 (doi: 10.1016/S0140-6736(24)02150-0)
5 El Sahly H.M. RSV Vaccine performance in U.S. adults aged 60 and older. NEJM Journal Watch January 3, 2025.
6 Fry SE, Terebuh P, Kaelber DC et al. Effectiveness and Safety of Respiratory Syncytial Virus Vaccine for US Adults Aged 60 Years or Older. JAMA Netw Open 2025;8(5) ;e258322 (doi: 10.1001/jamanetworkopen.2025.8322).
7 Ison MG, Papi A, Athan E et al. Efficacy, safety, and immunogenicity of the AS01-adjuvanted respiratory syncytial virus prefusion F protein vaccine (RSVPreF3 OA) in older adults over three respiratory syncytial virus seasons (AReSVi-006): a multicentre, randomised, observer-blinded, placebo-controlled, phase 3 trial. Lancet Respir Med 2025;13; 517–529 (doi: 10.1016/S2213-2600(25)00048-7).