15. Dermatologie

De antibacteriële middelen (zie 11.1. Antibacteriële middelen), de antimycotica (zie 11.2. Antimycotica), de corticosteroïden (zie 5.4. Corticosteroïden), de H1-antihistaminica (zie 12.4.1. H1-antihistaminica) en de vitaminen (zie 14.2. Vitaminen) die bij sommige huidaandoeningen langs algemene weg worden toegediend, worden in de desbetreffende hoofdstukken besproken. Bepaalde systemische middelen gebruikt bij ernstige acne (zie 15.6. Acne) en psoriasis (zie 15.8. Psoriasis) worden wel in dit hoofdstuk besproken.

Het “Therapeutisch Magistraal Formularium”, uitgegeven onder de verantwoordelijkheid van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG), beschrijft o.a. een aantal gevalideerde magistrale bereidingen in verband met de dermatologie (www.tmf-ftm.be).

Plaatsbepaling

  • Voor een aantal huidziekten is de etiologie niet goed bekend en is een etiologische behandeling dus niet mogelijk.
  • Verschillende huidaandoeningen (alopecia, maculopapuleuze huiduitslag, urticaria, eczeem, fotodermatitis, polymorf exsudatief erytheem en toxische epidermale necrolyse) kunnen ongewenste effecten zijn van een medicamenteuze behandeling. De geneesmiddelen die huiduitslag kunnen veroorzaken, zijn antibiotica, amiodaron, carbamazepine, fenothiazinen, methotrexaat, thyreostatica, NSAID’s, chloorthiazide, β-blokkers, fluconazol, ACE-inhibitoren, calciumantagonisten, bromocriptine. Zie ook Folia mei 2021.
  • De keuze van het vehiculum en van de hulpstoffen kan de gewenste en ongewenste effecten in belangrijke mate beïnvloeden.
    • Een hydrofobe zalf (bv. witte vaseline) wordt in de galeniek beschouwd als meest geschikte vehiculum ter behandeling van gelichenificeerde of hyperkeratotische dermatosen, maar dergelijke zalven voelen vet aan.
    • Een hydrofiele crème (bv. cetomacrogolcrème) wordt in de galeniek beschouwd als meest geschikte vehiculum voor de behandeling van acute en subacute dermatosen. Aan deze crèmes moeten echter bewaarmiddelen toegevoegd worden, die sensibiliserend kunnen werken. Men dient daarom de allergieën van de patiënt na te gaan voordat die bereidingen worden gebruikt.
    • Hydrofiele gels (bv. carbomeergel) zijn nuttig voor de behandeling van dermatosen ter hoogte van de behaarde hoofdhuid en andere behaarde lichaamszones, en wanneer een niet-vette basis gewenst is. Deze gels bevatten vaak alcohol en propyleenglycol die irritatie en een branderig gevoel kunnen veroorzaken wanneer ze worden toegepast op een huiderosie of fissuur.
    • Waterige oplossingen hebben een drogend en afkoelend effect. Ze zijn nuttig bij bulleuze of vesiculeuze dermatosen, bij dermatosen ter hoogte van behaarde lichaamszones en bij maceratie (verweking) in de huidplooien.
    • Hydroalcoholische oplossingen hebben bij een intacte huid hetzelfde effect als de waterige oplossingen; bij beschadigde hoornlaag van de epidermis kunnen hydroalcoholische oplossingen acute pijn veroorzaken.
    • Suspensies en emulsies hebben over het algemeen dezelfde indicaties als oplossingen. Emulsies vormen een zeer dunne lipidenfilm. De partikeltjes in de suspensie kunnen agglomeraten vormen met de huidsecreties en zijn daarom niet aangewezen bij nattende dermatosen.

Ongewenste effecten

  • Allergische reacties, vooral allergische contactdermatitis (eczeem), zijn mogelijk voor vrijwel elke stof die op de huid aangebracht wordt, met dikwijls kruisovergevoeligheid tussen chemisch verwante substanties. Allergische reacties treden niet alleen op tegenover actieve bestanddelen, maar ook tegenover hulpstoffen zoals het vehiculum, bewaarmiddelen of aromatische bestanddelen (parfums). Dit brengt mee dat niet alle preparaten die eenzelfde actief bestanddeel bevatten, even goed verdragen worden.
  • Huidirritatie en irritatiedermatitis.
  • Theoretisch zijn de systemische ongewenste effecten bij lokale toediening dezelfde als bij systemische toediening. Aangezien de hoeveelheid die de algemene circulatie bereikt meestal zeer laag is, is het risico van systemische reacties zeer klein, behalve in geval van uitgebreide en/of langdurige behandeling met, in het bijzonder, sterke corticosteroïden of topische immunomodulatoren. Het risico op systemische ongewenste effecten is groter bij applicatie op beschadigde huid of onder een occlusief verband.

15.1.Anti-infectieuze middelen

15.2.Corticosteroïden

15.3.Pruritus

15.4.Eczeem

15.5.Middelen bij traumata en veneuze aandoeningen

15.6.Acne

15.7.Rosacea

15.8.Psoriasis

15.9.Keratolytica

15.10.Enzymen

15.11.Beschermende middelen

15.12.Immunomodulatoren

15.13.Diverse middelen in de dermatologie

Plaatsbepaling

  • Het droog extract van Camellia sinensis is geïndiceerd (SKP) bij de behandeling van condylomata acuminata. De werkzaamheid is bewezen in enkele gecontroleerde studies. Bij gebrek aan rechtstreekse vergelijking is het niet mogelijk om te bepalen of de risico-batenanalyse van het extract gunstiger is dan die van de andere behandelingen die bij deze indicatie worden gebruikt. De applicatie kan lokale reacties uitlokken. Het mag niet gebruikt worden bij leverfunctiestoornissen of bij onderdrukte immuniteit. Het product kan het rubber van condooms en pessaria aantasten.
  • Capsaïcine in hoge concentraties heeft als indicatie in de SKP neuropathische pijn van niet-diabetische oorsprong. Ongewenste effecten zijn roodheid en brandende of stekende pijn ter hoogte van de applicatieplaats.
  • Chloormethine is een bifunctioneel alkylerend middel uit de groep van stikstofmosterdanalogen. Het heeft als indicatie in de SKP de topische behandeling van cutaan T-cellymfoom, type mycosis fungoides.
  • Eflornithine wordt voorgesteld voor de behandeling van hirsutisme in het gelaat bij de vrouw. Huidreacties (vooral irritatie) zijn frequent.
  • Finasteride voor aanwending op de huidcutaan gebruik heeft als indicatie in de SKP de behandeling van androgenetische alopecia bij mannen.
  • Fluorouracil heeft als indicatie in de SKP de behandeling van actinische keratosen, van de ziekte van Bowen en soms van condylomata acuminata. De applicatie veroorzaakt irritatie en huiderosie. Doorheen een geïrriteerde huid kan resorptie optreden. Allergische contactdermatitis is mogelijk.
  • 5-aminolevulinederivaten hebben als indicatie in de SKP de behandeling van bepaalde actinische keratosen, in associatie met lichtbestraling. De gegevens suggereren dat deze associatie zeer doeltreffend is voor de behandeling van actinische keratosen. Ze wordt ook gebruikt voor de behandeling van bepaalde basaalcelcarcinomen (fotodynamische therapie, PDT); lokale fototoxiciteit is frequent, en allergische contactdermatitis is mogelijk.
  • Glycopyrronium wordt voorgesteld voor de lokale behandeling van ernstige primaire axillaire hyperhidrose bij volwassenen. Het kan anticholinerge ongewenste effecten geven [zie Folia mei 2024].
  • Minoxidil voor lokale toepassing wordt volgens de SKP voorgesteld voor de behandeling van alopecia androgenetica, op basis van beperkte gegevens. Allergische contactdermatitis is mogelijk. Systemische ongewenste effecten zoals hypotensie en tachycardie werden gerapporteerd. Magistrale bereidingen op basis van minoxidil blijven niet lang stabiel.
  • Tirbanibuline heeft als indicatie in de SKP de behandeling van actinische keratose in het gezicht of op de hoofdhuidu. Voorbijgaande lokale reacties komen vaak voor.

Contra-indicaties

  • Finasteride: contact met vrouwen die (kunnen) zwanger zijn.
  • Glycopyrronium: zie Inl.6.2.3. Anticholinerge ongewenste effecten.
  • Methylaminolevulinaat: bepaalde types basaalcelcarcinoom; overgevoeligheid voor pinda of soja.
  • Minoxidil: feochromocytoom.
  • Fluorouracil: zwangerschap.

Ongewenste effecten

  • Finasteride: pruritus en erytheem op de hoofdhuid; systemische ongewenste effecten zijn mogelijk (seksuele stoornissen, suïcidale ideaties, depressieve stoornissen en angst).
  • Glycopyrronium: anticholinerge ongewenste effecten (zie Inl.6.2.3. Anticholinerge ongewenste effecten).

Zwangerschap en borstvoeding

  • Voor de meeste lokaal toegepaste geneesmiddelen is de kans op problemen tijdens de zwangerschap en de periode van borstvoeding klein wegens de lage systemische concentratie. Er wordt bij standaard gebruik (indicatie en dosis) geen negatief effect op de zwangerschap of het ongeboren kind verwacht.
  • Finasteride gebruik is gecontra-indiceerd tijdens zwangerschap van de partner. Vrouwen die mogelijk zwanger zijn mogen niet in contact komen met het product.
  • Fluorouracil is gecontra-indiceerd tijdens de zwangerschap en bij borstvoeding omdat dit preparaat op grond van zijn werkingsmechanisme als teratogeen wordt beschouwd. De resorptie van dit middel op intacte huid is 10 %, maar verhoogt aanzienlijk bij toepassing op beschadigde huid.
  • Camellia sinensis, capsaïcine, chloormethine, deoxycholzuur, eflornithine, methylaminolevulinaat, minoxidil en tirbanibuline: het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de veiligheid van gebruik van deze preparaten van Camellia sinensis, capsaïcine, deoxycholzuur, eflornithine, methylaminovulinaat en minoxidil tijdens de zwangerschap (geen of onvoldoende informatie beschikbaar).

Bijzondere voorzorgen

  • Contact met ogen, mucosa, beschadigde huid en open wonden vermijden.
  • Capsaïcine: accidentele blootstelling aan capsaïcine kan irritatie veroorzaken van de ogen, de slijmvliezen, de luchtwegen en de huid, bij patiënten en zorgverleners. De verbanden moeten worden aangebracht door een professionele zorgverlener onder medisch toezicht, met nitril handschoenen. Contact met de ogen, neus en mond moet worden vermeden, een veiligheidsbril en masker worden aanbevolen bij het aanbrengen en verwijderen van het verband. Het knippen (niet scheren) van het haar in het betreffende gebied zorgt voor een betere hechting.
alle onderliggende titels openvouwen alle onderliggende titels samenvouwen

Camellia sinensis

Capsaïcine (hooggedoseerd)

Chloormethine

Deoxycholzuur

Eflornithine

Finasteride

Fluorouracil

Plaatsbepaling

(geen plaatsbepaling beschikbaar)

5-aminolevulinezuurderivaten

Glycopyrronium

Minoxidil

Tirbanibuline

15.14.Actieve verbandmiddelen